Vakantie

Ergens in de kerstvakantie is het altijd raak. Iemand werpt die heerlijke vraag op. Waar gaan we dit jaar heen? En hoe lang? Dat gaat dan uiteraard niet over de kerstdagen, maar over de zomervakantie.

De voorpret van de zomervakantie is heerlijk. Het vooruitzicht van bijna 3 weken lang kamperen in de bergen wordt steeds concreter. Na wat overleg en veel schermtijd wordt uiteindelijk een mooie locatie gekozen. Daarna laven we ons aan het vooruitzicht van heerlijk weer, bergen, wandelingen, elke ochtend vers brood en ’s avonds pizza.

De zomervakantie komt nu snel dichterbij. Maar de voorpret dreigt plaats te maken voor illusie. Het is niet zeker of we überhaupt op vakantie kunnen in het buitenland, of dat we nog langer (heel) dicht bij huis moeten blijven. Wat gaan we dan doen met het vakantiegeld? Op de spaarrekening zetten of in de tuin steken is natuurlijk ook lekker. Of is uitbetaling van vakantiegeld inmiddels ook een illusie?

Mei en juni zijn dé maanden dat het vakantiegeld wordt uitbetaald. Een deel daarvan is sinds vorig jaar zomer gereserveerd, maar als de liquiditeit erg onder druk staat is het voor werkgevers een aantrekkelijk idee om dit bedrag niet uit te betalen.

De coronamaatregelen zetten de verhoudingen tussen werkgever en werknemer in een ander licht. Het wederzijdse vertrouwen wordt daarbij meer dan eens op de proef gesteld, zeker nu de wet niet altijd een concreet antwoord heeft en juristen al snel verwijzen naar ‘goed werknemerschap’ en ‘goed werkgeverschap’.

Het niet uitbetalen van vakantiegeld is in strijd met de wet. Afspraken maken over het later uitbetalen van (een deel van) het vakantiegeld is een mooi voorbeeld van goed werknemerschap en goed werkgeverschap. Het gesprek hierover biedt een interessante inkijk in de verhouding tussen werkgever en werknemer. Daar kunt u in de vakantie nog eens op terugkijken, hopelijk met een goed gevoel.

Hans Veldkamp
Schuiteman Accountants & Adviseurs
Juridisch Adviseur
T 0342-41 12 00
E hveldkamp@schuiteman.com

www.schuiteman.com